SPRAAKMAKENDE ZAKEN

Arbeidsrecht en internetverleden

Inleiding

De kantonrechter van de Rechtbank Overijssel heeft op 31 augustus 2016 een uitspraak gedaan over extreme uitlatingen die een docent van het Twents Carmel College uit Oldenzaal via internet had gedaan vóórdat hij bij de school in dienst kwam. De kantonrechter vond dat deze uitspraken zodanig respectloos waren dat het aanblijven van de man op de school niet langer gerechtvaardigd was.

Gebeurtenissen

In schooljaar 2011-2012 en in 2015 loopt de man, een aankomend docent geschiedenis, stage bij deze middelbare school. Tijdens de stage in 2015 komt aan het licht dat de man in het voorjaar van 2012 aanwezig is geweest bij een mars van de Nederlandse Volksunie (NVU) en later dat jaar bij een rechtszaak tegen de voorman van deze partij. Leerlingen van de school die de stagiair op internet natrekken komen op een website terecht waarbij hun stagiair als neonazi wordt geafficheerd. De school doet daarop nader onderzoek en ontdekt dan dat hij in de periode van 2012 tot 2014 vaker via internet uitlatingen heeft gedaan die blijk geven van een extreem rechtse, en in ieder geval weinig respectvolle kijk op de wereld. Zo geeft hij het volgende commentaar op krakers: “Krakers keihard aanpakken. Met zoveel mogelijk geweld de gestolen huizen uit jagen. Niets dan ordinaire dieven zijn het.” En over politiecommissarissen die voor een salarisverhoging hebben gepleit: “Zet ze in hun eigen cel en hang ze op.” Over een (klaarblijkelijk) lesbische dame roept hij: “Wat een ongelofelijke domme lesbische hippie”, en “Achterlijk mens. Typisch ook. Laat maar lullen. Aan het eind staat de overwinning.” De stagiair belooft de schoolleiding dat hij er voor zal zorgen dat de betreffende teksten zoveel mogelijk van internet zullen worden verwijderd. Daarmee lijkt voor de school de kous af.

Op 2 juni 2016 solliciteert de inmiddels afgestudeerde stagiair bij de school naar de functie van tweedegraads docent geschiedenis. In zijn sollicitatiebrief geeft hij aan dat hij de visie van de school, waaronder wederzijds respect voor elkaar en voor elkaars levensovertuiging, onderschrijft. Dat zijn “vormen waarin ik mezelf thuis voel”, zo laat hij de schoolleiding weten. Tijdens het sollicitatiegesprek, op 23 juni 2016, wordt nadrukkelijk gevraagd naar de foto’s van de mars van de NVU en naar de rechtszaak door de sollicitatiecommissie. De man laat weten dat dit destijds met de directie van de school heeft gesproken en dat dit is afgehandeld. Op de vraag van de sollicitatiecommissie of er sprake is van internetgegevens waaruit blijkt dat de man voorkeuren heeft of had voor het rechtsextremistisch gedachtegoed, antwoordt hij ontkennend.

De dag na het sollicitatiegesprek laat de school de man telefonisch weten dat hij is aangenomen. Nadat dit feit de school is rondgegaan, komen bij de school opnieuw berichten binnen dat de nieuwbakken docent in het verleden betrokken is geweest bij tal van extreem rechtse uitlatingen. Voor een belangrijk deel gaat het om de uitlatingen die in 2015 door de schoolleiding reeds met de docent zijn besproken, maar er blijken ook andere uitlatingen te zijn die in 2015 niet ter sprake zijn gekomen. Zo heeft de docent in 2013 zich op internet uitgelaten met de tekst “All cops are bastards” en laat hij in april 2016 weten dat hij “schijt” heeft aan bepaalde functionarissen rondom voetbalclub Heracles. Op 29 juni 2016 laat de school weten dat de aanstelling niet doorgaat “vanwege nader verkregen/nieuwe informatie”. Later onderbouwt de school haar beslissing met een tweetal stellingen: a) de docent heeft zich nog tot recent verbonden met politieke voorkeuren die hem ongeschikt maken voor het doceren van het vak geschiedenis en b) het is niet in het belang van school en docent als er rondom de docent vanwege diens uitlatingen op internet allerhande onrust gaat ontstaan.

Procedures

De docent accepteert deze afwijzing niet en start een kort geding om opnieuw te werk gesteld te worden. De school stelt zich op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst vernietigd moet worden omdat sprake is van dwaling en bedrog. De school is niet op de juiste wijze geïnformeerd over het (recente) verleden van de man. In ieder geval, zo meent de school, moet er een einde komen aan de arbeidsovereenkomst, als deze bestaat; daarom vraagt de school de kantonrechter ontbinding van de arbeidsovereenkomst als zou moeten worden aangenomen dat er nog een arbeidsovereenkomst bestaat.

De beoordeling

De kantonrechter stelt vast dat van dwaling bij de school geen sprake is. De school beschikte immers al in 2015 over gegevens waaruit de extreme opvattingen van de docent konden worden afgeleid. Dat deze kennis niet volledig aanwezig was bij de sollicitatiecommissie acht de kantonrechter niet van belang, nu deze kennis wel bij de school(leiding) zelf aanwezig was. Ook van bedrog is volgens de kantonrechter geen sprake. De werknemer heeft de school niet opzettelijk bewogen tot het aangaan van een arbeidsovereenkomst. Bovendien is daarbij ook geen sprake geweest van ‘kunstgrepen’, zoals in de wettelijke bepaling over bedrog wordt genoemd. Verder oordeelt de kantonrechter dat een werknemer wettelijk gezien het recht heeft een vraag over zijn politieke gezindheid niet of onjuist te beantwoorden. Dat is een uitvloeisel van de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Er mag door een werkgever immers geen onderscheid worden gemaakt naar de politieke voorkeuren van haar werknemers. De vraag naar de politieke gezindheid van de man door de sollicitatiecommissie mocht derhalve door de man onjuist worden beantwoord. Volgens de kantonrechter is er echter wél reden om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Er is weliswaar geen sprake van verwijtbaar gedrag aan de zijde van de werknemer en evenmin is de arbeidsverhouding, zo oordeelt de kantonrechter, door de gebeurtenissen verstoord geraakt, maar er is wel een situatie ontstaan op grond waarvan het van de school niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst nog langer in stand te laten. De kantonrechter is daarbij van oordeel dat het gedrag van de docent niet te verenigen is met zijn voorbeeldfunctie die, volgens de kantonrechter, aan het einde van de lesdag niet ophoudt. Deze voorbeeldfunctie strekt zich uit tot in het openbare domein waartoe ook het internet behoort. De kantonrechter acht verder van belang dat de docent van de in zijn ogen respectloze uitlatingen nimmer afstand heeft gedaan. Dat maakt hem als docent weinig geloofwaardig, met name met betrekking tot de competentie ‘respect voor anderen’. Tenslotte is de kantonrechter van oordeel dat er rondom de docent inmiddels onrust is ontstaan (bij leerlingen, ouders en bij de overige docenten) en dat dit tevens aan een vruchtbare voortzetting in de weg staat.

Commentaar

De kantonrechter doet hier wat de school zelf niet had gedaan: de man alsnog afwijzen vanwege zijn respectloze uitlatingen in het verleden. Nagenoeg alle informatie over de man, in het bijzonder zijn uiterst rechtse sympathieën en zijn respectloze uitlatingen over krakers, politiemensen en lesbische vrouwen, was ten tijde van de sollicitatie bij de school bekend. Dat weerhield de school er echter niet van om de man in 2016 een functie als docent aan te bieden. Dat de leden van de sollicitatiecommissie niet over alle historische gegevens van de man beschikten, met name diens uitlatingen op internet, achtte de kantonrechter een omstandigheid die voor rekening en risico van de school zelf kwam. Toch otnbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst vanwege het gebrek aan geloofwaardigheid van de docent en diens vermeende voorbeeldfunctie. Een resultaat waarin veel ouders zich goed zullen kunnen vinden, maar waarbij wel de vraag gesteld kan worden of de school hier niet te veel de hand boven het hoofd is gehouden door de kantonrechter. In veel andere ontslagzaken worden de redenen die aan een ontslag ten grondslag liggen in elk geval heel wat strenger getoetst dan in deze zaak.

Voor vragen over het arbeidsrecht kunt u terecht bij Marcel Groen, 036-5486110.

Auteur

Marcel Groen

Advocaat & Mediator