(ONTSLAG-)BESCHERMING VOOR ZZP-ERS

Het aantal ZZP-ers in Nederland is inmiddels waarschijnlijk (het laatste onderzoek dateert van medio 2012) de grens van driekwart miljoen gepasseerd. Anders dan gewone werknemers ontberen ZZP-ers veelal ontslagbescherming en zijn zij niet voor de werknemersverzekeringen (WW, ZW, WIA) verzekerd. Dit terwijl veel ZZP-ers, uit onderzoek blijkt circa de helft van het totaal, in sociaal-economisch opzicht weinig verschillen van werknemers. Zij zijn voor hun werk afhankelijk van een of enkele opdrachtgever(s) en hun inkomsten zijn vaak laag.

De zwakke positie van een belangrijk deel van de ZZP-ers heeft (mede) geleid tot enkele ontwikkelingen in de rechtspraak en wetgeving. In deze blog noem ik drie, in mijn ogen, voor ZZP-ers belangrijke ontwikkelingen.

1. Per 1 juli 2012 is het bereik van de Arbeidsomstandighedenwetgeving uitgebreid. Per die datum gelden voor werkenden op een en dezelfde (bouw)plaats dezelfde veiligheidsvoorschriften, werknemer of ZZP-er. Dat betekent dat voor ZZP-ers die met anderen (ZZP-ers of werknemers) samenwerken de publiekrechtelijke veiligheidsvoorschriften gelden. Voor ZZP-ers die alleen werken gelden de arboregels niet.

2. De tweede ontwikkeling betreft de uitleg door de Hoge Raad van het bereik van het BBA, de wet die bepaalt dat voor opzegging van een (arbeids)overeenkomst vooraf toestemming van het UWV Werkbedrijf moet worden verkregen.Een ZZP-er die zijn arbeid persoonlijk verricht voor een ander, valt ook onder de werking van het BBA, tenzij hij die arbeid in de regel voor meer dan twee anderen verricht of hij zich door meer dan twee andere personen laat bijstaan of die arbeid voor hem slechts van bijkomstige aard is. In het Trosdokter-arrest oordeelde de Hoge Raad dat arbeid, die gedurende het grootste deel van de looptijd van de overeenkomst van bijkomstige aard was geweest, maar ten tijde van de opzegging niet meer, niet als arbeid van bijkomstige aard werd beschouwd en dat er dus een ontslagvergunning nodig was om te kunnen opzeggen.

3. Tenslotte heeft de Hoge Raad op 23 maart 2012 voor het eerst een oordeel gegeven over de civielrechtelijke aansprakelijkheid voor arbeidsongevallen of beroepsziekten ten aanzien van personen die niet op basis van een arbeidsovereenkomst werken. Onder het bereik van de regeling die op dit punt voor werknemers geldt, valt volgens de Hoge Raad ook degene die buiten dienstbetrekking werkzaamheden verricht (de ZZP-er)die voor de zorg van zijn veiligheid (mede) afhankelijk is van degenen voor wie hij zijn werkzaamheden verricht, hetgeen mede afhankelijk is van de mate waarin de opdrachtgever invloed heeft op de werkomstandigheden van de opdrachtnemer en op de daarmee verband houdende veiligheidsrisico’s.

Auteur

Rob Caubo

Advocaat & Mediator