ERKENNING IN PLAATS VAN ADOPTIE VOOR LESBISCHE STELLEN

Op 1 april 2014 is de Wet Lesbisch Ouderschap in werking getreden. Daarmee is een einde gekomen aan een omslachtig proces voor lesbische stellen.

De wet regelt dat een duomoeder – de vrouwelijke partner van de moeder – voortaan eenvoudiger het ouderschap over het kind van haar vrouwelijke partner kan verkrijgen. Tot de Wet Lesbische Ouderschap waren lesbische ouderparen genoodzaakt zich tot de rechtbank wenden, waarbij zij een verzoek tot adoptie moesten indienen. Niet alleen waren deze procedures omslachtig en kostbaar; de duomoeder kreeg veelal ook niet het juridisch ouderschap direct vanaf de geboorte van het kind, waardoor het risico bestond dat een duomoeder geen juridische status tot het kind zou hebben indien de moeder van het kind in de tussentijd zou komen te overlijden.

Al enige jaren geleden kwam er daarom een roep om deze situatie te veranderen en de positie van lesbische ouderparen gelijk te stellen aan die van heteroparen.

Per 1 april 2014 is daarom in de wet geregeld dat de duomoeder voortaan – gelijk aan een niet gehuwde vader – het kind van hun vrouwelijke partner kunnen erkennen bij de gemeente, waardoor de procedure tot adoptie in deze gevallen in beginsel overbodig is geworden.

De wet kent het ouderschap nog steeds aan slechts twee personen toe. Indien een kindje met behulp van een bekende donor is geboren, dan is het zaak hierover goede afspraken te maken. Door de erkenning van het kind door de duomoeder is er daarmee geen mogelijkheid meer tot erkenning van het kind door de donor. Indien hierover discussie ontstaat, dan kan de donor de erkenning aanvechten bij de rechter. Zorg er dus voor dat er duidelijke afspraken worden gemaakt met behulp van een gespecialiseerde advocaat.

Hebt u vragen over bovenstaande informatie, of wilt u advies? Neem dan contact op met ons kantoor.

Auteur

Eva Annema